Sinds de transitie van 2015 hebben de gemeenten in Nederland de taak gekregen de burger die ondersteuning nodig heeft bij de zelfredzaamheid en participatie en dit niet op eigen kracht kan oplossen, vanuit de WMO te compenseren.
Ondersteuning vanuit de WMO
De Centrale Raad van Beroep heeft in haar uitspraak (ECLI:NLCRVB:2018:3993) benadrukt dat met de WMO 2015 door de wetgever beoogd is gemeenten breed verantwoordelijk te maken voor het bieden van ondersteuning aan mensen met beperkingen binnen het sociaal domein. Het is de bedoeling, zo oordeelt de Raad, dat mensen ondersteuning en zorg aangeboden krijgen die aansluit op hun persoonlijke omstandigheden en levensfasen. De WMO 2015 voorziet in belangrijke waarborgen voor het uitvoeren van een goed onderzoek naar de ondersteuningsbehoeften van mensen. Van gemeenten wordt verwacht dat zij dit onderzoek uitvoeren in goede samenspraak met de mensen om wie het gaat en dat zij samen met betrokkenen komen tot een zo goed mogelijke afstemming van dienstverlening.
Bezuinigen op de WMO
Op allerlei creatieve manieren wordt echter door de gemeenten in Nederland getracht te bezuinigen op de uitvoering van het WMO-beleid.
Dit wordt bijvoorbeeld zichtbaar bij indicaties voor huishoudelijke hulp waar standaard maximaal twee uur per week wordt geïndiceerd, onder het mom van ‘een schoon en leefbaar huis’. Terwijl in het verleden een indicatie voor vier of vijf uur huishoudelijke hulp niet ongebruikelijk was.
Maar het kan nog lucratiever, zoals de gemeente Westland bewees met haar (inmiddels teruggedraaide) nieuwe beleid. Zonder enige vorm van uitleg werden dit jaar veel hulpbehoevende inwoners uit de betreffende gemeente gekort op de geïndiceerde uren huishoudelijke hulp, hetgeen tot grote onrust bij senioren en mantelzorgers leidde. En indien een inwoner van de gemeente Westland een nieuwe aanvraag voor huishoudelijke hulp via de WMO deed, vond er standaard een intake plaats bij een fysiotherapeut. Daar werd het aanbod gedaan om mee te doen met een gratis traject ‘Powerful Aging’. Dit traject zou ervoor moeten zorgen dat senioren sterker worden, zodat huishoudelijke hulp wellicht niet meer nodig zou zijn. Wanneer iemand besloot deel te nemen aan het traject ‘Powerful Aging’ dan werd de aanvraag voor huishoudelijke hulp direct opgeschort. De verantwoordelijke wethouder Rombout is diep door het stof gegaan tijdens de onlangs extra georganiseerde commissievergadering en heeft de maatregelen per direct teruggedraaid. Dit beleid is echter kenmerkend voor een tendens die overal in het land zichtbaar wordt.
Een ander voorbeeld van vergaande bezuinigingen op de WMO-zorg betreft het alternatief van de voorliggende voorzieningen. In plaats van (dure) persoonlijke begeleiding of professionele dagbesteding in te zetten, worden kwetsbare ouderen naar voorliggende voorzieningen verwezen, zoals een buurthuis, of de inzet van een ‘maatje’ wordt geadviseerd. Deze voorliggende voorzieningen draaien echter vrijwel volledig op vrijwilligers, hetgeen onbegrip en vereenzaming in de hand werkt. De betreffende kwetsbare burger zal immers spoedig teleurgesteld of overvraagd worden en afhaken, waarop hij of zij (weer) alleen thuis komt te zitten.
Zo zijn er legio voorbeelden te noemen van (verkapte) bezuinigen die veel onrust en schade in het land veroorzaken onder de minst weerbaren onder ons.
Gemeenten worden dan wel steeds vindingrijker, maar het goede nieuws is dat de wet (meestal) aan de zijde van de burger staat.
Mocht u hulp nodig hebben om een beslissing aan te vechten of wilt u advies omtrent uw rechten vanuit de WMO? Schroom dan niet en neem gerust contact met mij op.